Lobbyen is niets meer en niets minder dan het beïnvloeden van politici en andere beleidsmakers. Dat klinkt niet zo ingewikkeld, maar toch is het niet eenvoudig om iets voor elkaar te krijgen. Dit heeft voor een groot deel te maken met de macht van een kleine groep lobbyisten. Dit zijn vaak lobbyisten die werken voor grote bedrijven óf grote belangenorganisaties. Zij vertegenwoordigen maar een smal deel van de samenleving, maar hebben veel invloed. Zij worden het meest uitgenodigd voor gesprekken en hoorzittingen en bepalen mede een groot deel van het beleid in Nederland.
Zie hieronder de machtigste lobby-organisaties in Nederland (bron: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2208571-schaduwmacht-wie-zijn-die-machtige-lobbyisten-in-den-haag.html)
- VNG
- VNO-NCW
- FNV
- Nederlandse Bank
- IPO
- MKB Nederland
- LTO Nederland
- VSNU
- MBO-raad
- NS
Wantrouwen door de achterkamertjes
Lobbyen gebeurt nog steeds voornamelijk in de achterkamertjes. Hierdoor worden burgers geconfronteerd met besluiten waar zij geen mening over hebben kunnen vormen. Is dit nu een probleem? Het vertrouwen in de politiek neemt immers niet af en lijkt in de coronacrisis zelfs gestegen, was de conclusie van een aantal recente onderzoeken. Toch schuurt er iets, er wordt namelijk uitgegaan van het gemiddelde. De verschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen groeien namelijk wél. Met als groot risico dat groepen in de samenleving uit elkaar groeien, steeds minder begrip voor elkaar kunnen opbrengen en het vertrouwen in elkaar daalt. Wantrouwen voedt zich immers met groeiende ongelijkheid.
Tijd voor een nieuwe manier
Dat is niet alleen een probleem voor het draagvlak van besluiten, maar ook voor lobbyisten zelf. De tijd van de achterkamertjes moet voorbij zijn. Het is tijd voor een nieuwe manier van lobbyen, waarin lobbyisten die het nu voor het zeggen hebben in Den Haag, zelf een taak hebben om de invloed in de samenleving te verbreden.
Organiseer tegenspraak
Een ministerie en een politicus heeft als taak tegenspraak te organiseren. Wanneer een besluit wordt voorbereid is het gebruikelijk dat zij spreken met burgers en bedrijven, voor- en tegenstanders om uiteindelijk te komen tot een voorstel dat op draagvlak kan rekenen. Deze taak wordt alleen niet goed uitgevoerd. Regelmatig komt het initiatief van aanpassing van wet- en regelgeving van een lobbyist. Dezelfde lobbyist helpt vervolgens het ministerie flink mee in de uitwerking van een voorstel of een politicus met het schrijven van een amendement of een motie. Voor voorstellen wordt vaak steun gezocht en wordt er met medestanders gepraat, maar veel te weinig wordt gepraat met mogelijke tegenstanders.
Als het voorstel op hoofdlijnen klaar is wordt het voorgelegd aan een bredere groep belangenbehartigers die óf mee kunnen gaan denken met de verdere uitwerking óf niet. Het komt er dan vaak op neer dat alleen met de voorstanders het voorstel verder wordt uitgewerkt. Belangenbehartigers die zich niet in het voorstel konden vinden zullen zich moeten richten tot politici. Dit zijn vaak de politici van de oppositiepartijen, omdat het voor de coalitie heel lastig is kritisch te zijn op een voorstel van de eigen minister. De oppositie kan alleen amendementen of moties indienen die vaak geen meerderheid krijgen, omdat de coalitie tegenstemt.
Op deze manier worden wekelijks voorstellen gemaakt en wordt tegenspraak al op het ministerie aan de kant geschoven. Met als resultaat voorstellen die werken voor een smal deel van de samenleving, waar het grootste deel van de samenleving geen weet van heeft, laat staan dat ze weten wat voor effect het op hen heeft. Pas op het moment dat een voorstel in werking treedt worden mensen wakker. Zij zijn dan genoodzaakt om veel tijd en energie te steken in een eventuele wijziging van wet- en regelgeving. Het is niet alleen werkverschaffing voor politici en ministeries, maar het voedt ook wantrouwen richting de overheid. Dat kan anders.
Hoe kan het beter?
Te vaak wordt over hoofden van velen heen beslist, terwijl in een democratie iedereen een plekje hoort te hebben. Als je als lobbyist in de machtige positie zit dat je op een ministerie of bij een politicus voorstellen kan doen óf er tot in detailniveau over mee mag praten, zorg dan dat je tegenspraak organiseert. Nodig burgers of bedrijven uit waarvan jij weet dat de regelgeving negatief of anders voor ze kan uitpakken. Dit is niet alleen een taak voor de politiek. Als goede lobbyist hoor jij dit te weten en ben je op de hoogte van mogelijke stakeholders. Het resultaat hiervan is dat jij het niet precies zo krijgt zoals jij het wil, maar wel dat er iets ligt waar niet alleen jouw bedrijf of jouw achterban beter van wordt, maar wat ook werkt voor anderen.